Waarover gaat dit?
Zo’n technische termen als ‘subquota’ en ‘contingent’, wat betekenen die? Wel, in de Nederlandstalige geneeskundeopleidingen in Vlaanderen en Brussel wordt de uitstroombeperking (aantal basisartsen dat mag afstuderen, en in welke vervolgopleiding) bepaald door zowel de federale als de Vlaamse overheid. De federale overheid beslist enkel over het specifieke aantal studenten dat mag afstuderen als basisarts (quotum of contingent) en welke percentage hiervan huisarts of ziekenhuisspecialist worden.
Daarbovenop zal de Vlaamse Overheid vanaf 2025 voor het eerst de instroom in de geneeskundige vervolgopleidingen (specialisaties) beperken. Dat zijn de subquota: bepaalde maximum- en minimumaantallen studenten die kunnen starten aan een specifieke vervolgopleiding. Wat denkt VGSO hierover? De ‘stop’ is theoretisch een noodzakelijke invoering. Het doel hiervan is het beter afstemmen van het medisch aanbod op de medische noden van de Vlaamse Gemeenschap. De exacte verdeelsleutel is echter nog niet helemaal gekend voor specialismen met een quotum lager dan 4 en de concrete communicatie errond vanuit de onderwijsinstellingen blijft mistig.
Subquota 2025
De Vlaamse Regering heeft voor de eerste keer ooit bepaald om het aantal plaatsen in de specialistische vervolgopleidingen voor bepaalde disciplines te beperken. Deze beslissing is genomen op advies van de Vlaamse Planningscommissie. De eerste keer dat de subquota in werken zullen treden, is in 2025.
Bij de volgende vervolgopleidingen is er een maximum studentenaantal per opleiding bepaald:
- 50 voor geneesheer specialist in anesthesie-reanimatie.
- 20 voor geneesheerspecialist in de heelkunde.
- 4 voor geneesheerspecialist in de neurochirurgie.
- 19 voor geneesheer specialist in de gynaecologie-verloskunde.
De exacte verdeling per universiteit is echter tot op heden nog niet bekend. Op de webinar, op 22/04/2024 zal hieromtrent meer duiding en duidelijkheid gegeven worden.
Meer informatie kan u hieronder en hier vinden.
Subquota 2026
De subquota van 2026 zijn extensiever in vergelijking met de subquota van 2025. Ook hier heeft de Vlaamse Regering deze maximum- en minimumaantallen gebaseerd op basis van advies van de Vlaamse Planningscommissie.
De subquota van 2026 omvatten ook knelpuntspecialisaties. Dit zijn specialisaties waar er reeds nu of in de toekomst een (verwacht) tekort van arts-specialisten zal zijn. Deze knelpuntspecialisaties krijgen in de subquota van 2026 een ‘minimumaantal’. De maximumaantallen zijn van toepassing op specialisaties waar er reeds een overaanbod van bestaan.
De Vlaamse planningscommissie adviseert om geen subquota te bepalen binnen de vervolgopleiding van inwendige geneeskunde aangezien dit praktisch zeer moeilijk organiseerbaar is.
De subquota van 2026 worden in vier categorieën ingedeeld:
- Vervolgopleidingen met een maximumquotum. Hier valt bijvoorbeeld heelkunde onder.
- Een groep van vervolgopleidingen waarvoor één overkoepelend maximumquotum wordt geadviseerd. Dit betekent dat van er één maximumquotum geldt dat verdeeld wordt over een aantal disciplines.
- Vervolgsopleidingen die een positief en stimulerend beleid vereisen. Hieronder valt bijvoorbeeld huisartsgeneeskunde en kinder- en jeugdpsychiatrie.
- Vervolgopleidingen waarvoor er geen subquota geldt.
1. en 2. Maximumquota en overkoepelend maximumquotum
Er geldt een maximumquota voor de volgende vervolgopleidingen:
- Heelkunde: 20 plaatsen.
- Gynaecologie-Verloskunde: 19 plaatsen.
- Anesthesie-reanimatie: 48 plaatsen.
- Neurochirurgie: 5 plaatsen.
- Nucleaire geneeskunde: 6 plaatsen.
- Klinische genetica: 4 plaatsen.
- Röntgendiagnose: 15 plaatsen.
- Radiotherapie-oncologie: 4 plaatsen.
- Oftalmologie: 22 plaatsen.
- Otorhinolaryngologie: 12 plaatsen.
- Orthopedische heelkunde: 17 plaatsen.
- Urologie: 12 plaatsen.
- Fysische geneeskunde en revalidatie: 11 plaatsen.
- Pediatrie: 20 plaatsen.
- Kinder-en jeugdpsychiatrie: 30 plaatsen.
- Huisartsgeneeskunde: 388 plaatsen.
- Dermato-venereologie, Acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde, Plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde, Stomatologie en neurologie: 79 plaatsen.
Voor deze laatste groep geldt een overkoepelend maximumquotum waarbinnen het volgende voorstel geldt:
- Dermato-venereologie: 10 plaatsen.
- Acute en urgentiegeneeskunde: 40 plaatsen.
- Plastische heelkunde: 6 plaatsen.
- Stomatologie: 6 plaatsen.
- Neurologie: 17 plaatsen.
Deze groep van specialisaties behoort dus tot categorie twee: ‘een groep van vervolgopleidingen/beroepstitels waarvoor één overkoepelend maximumquotum wordt geadviseerd’.
3. Vervolgsopleidingen/beroepstitels die een positief en stimulerend beleid vereisen
De Vlaamse Planningscommissie raadt het volgende aan voor huisartsgeneeskunde en kinder- en jeugdpsychiatrie:
- Huisartsgeneeskunde: 388 plaatsen.
- kinder- en jeugdpsychiatrie.
Echter is de Vlaamse Planningscommissie van mening dat het wenselijk zou zijn om hier meer kandidaten toe te laten. Wat opvallend is, is dat dit advies van de Vlaamse Planningscommissie niet opgenomen is in de subquota, in tegenstelling tot de andere drie categorieën. Indien er in 2026 meer studenten dan verwacht hun basisopleiding geneeskunde zouden afronden, dan wordt er geadviseerd dat er meer plaatsen in deze vervolgopleidingen vrij komen.
4. Specialisaties zonder subquota
Geriatrie, medische oncologie en reumatologie vallen conform aan een koninklijk besluit van 12/06/2008 niet onder de subquota.
Verder raadt De Vlaamse Planningscommissie aan om geen subquota op te leggen binnen de disciplines van inwendige geneeskunde aangezien er eerst een truncus communis van drie jaar is, alvorens de arts-specialist-in-opleiding (ASO) zich kandidaat stelt voor een deelspecialisme. De subquota zijn dus praktisch gezien moeilijk te realiseren. Echter raadt de Vlaamse Planningscommissie de decanen aan om voor de volgende specialisaties de volgende maxima na te streven voor inwendige disciplines, volwassenpsychiatrie, pathologische anatomie en klinische biologie:
- Geriatrie: 15 plaatsen.
- Volwassenpsychiatrie: 47 plaatsen.
- Pathologische anatomie: 9 plaatsen.
- Medische oncologie: 10 plaatsen.
- Reumatologie: 11 plaatsen.
- Klinische Biologie: 12 plaatsen.
- Cardiologie: 15 plaatsen.
- Pneumologie: 10 plaatsen.
- Gastro-enterologie: 15 plaatsen.
- Inwendige geneeskunde (algemeen): 45 plaatsen.
Meer informatie kan u hieronder of hier vinden.
Meer weten?
De webinar omtrent de subquota zal plaatsvinden op 22/04/2024 om 19:30 u. De link zal hier verschijnen op de website. Hier zullen de subquota toegelicht worden en is er de mogelijkheid om vragen te stellen.
VGSO’s opinie in tekstvorm: link
Neem een kijkje op onze nieuwspagina: link
Beslissingen Vlaamse regering omtrent planning medisch aanbod: link
Planningscommissie FOD Volksgezondheid: link
Explainers
Hier kan je een uitleg van één minuut omtrent de subquota vinden: